In this book, Govert den Hartogh considers the fundamental and practical matters – including concrete issues of legal regulation – related to end-of life decision making. He proposes a two-tiered system. Everyone should have access to humane means of ending his life, if his decision to end it is voluntary, well-considered and durable. But doctors should only participate in a joint action of ending the patient’s life on his request if they also are convinced of acting in the patient’s best interests, in particular by ending intolerable and unrelievable suffering. And perhaps there is reason to restrict that second service to dying patients. The whole argument, however, depends on the extent to which, in both tiers of the system, we can design legal safeguards that will enable us to trust judgments about the requesting person’s request and about his suffering. The book considers much new evidence in regard to this issue.
Limited free access.
Click first on: eBook, then on: Taylor & Francis eBooks (Institutional Purchase)
Reviews:
Medical Law Review, 31 (2023): 416. (C. Fakonti)
European Journal of Health Law 30 (2023): 603. (P. Schotsmans) Tijdschrift voor Gezondheidsrecht 33 (2023) 5: 488 (L. Postma) Tijdschrift voor Gezondheidszorg en Ethiek 33 (2023): 9 juni (E. van Wijngaarden) NTT Journal for Theology and the Study of Religion 78 (2024): 129. (I. Ceelen) Theoretical Medicine and Bioethics 2014: 1-5. (W.G. Hoy)
Special issue Filosofie & Praktijk 45 (2024) nr. 1, contributions by Wayne Sumner, Thomas Mertens, Isra Black, Esther Pans, Jurriaan de Haan, Heleen Weyers, Eva Asscher + Response to Comments.
Herdrukt:
Gijs van Donselaar, Peter Rijpkema, Henri Wijsbek, The Ethics of Determining one’s own Death, Essays on Den Hartogh’s What Kind of Death, Amsterdam University Press 2025.
Theo van Willigenburg, F.C.L.M. Jacobs | Uitgeverij Damon VOF 2013
Ethiek is een wijsgerige discipline waarin de systematische normatieve reflectie op ons praktische leven centraal staat. Hoe dienen we met elkaar om te gaan? Wat is een zinvolle manier van leven? Welke waarden moeten we in onze samenleving hoog houden? Wat is juist en wat is niet juist? Wat mag wel en wat mag niet?
In dit boek vatten drie oud-hoogleraren ethiek hun vak op hoofdpunten samen. Zij baseren zich op jarenlang onderzoek en presenteren de laatste wetenschappelijke inzichten, maar ze vermijden filosofische geheimtaal en onnodig vakjargon. Govert den Hartogh, Frans Jacobs en Theo van Willigenburg bieden een kritische bespreking van de belangrijkste ethische theorieën, zonder dat zij een keuze maken voor of tegen een bepaalde theoretische invalshoek. De lezer wordt uitgenodigd om zelf te denken en een beredeneerde afweging te maken.
Recensie: Filosofie & Praktijk 35 (2014) 3: 75-78 (Angela Roothaan)
Henk Leenen, de pionier van het Nederlandse gezondheidsrecht, zag dat recht als een juridische invulling van twee fundamentele rechten: het zelfbeschikkingsrecht en het recht op gezondheidszorg. Aan de hand van een aantal deelonderwerpen zoals dwangvoeding van wilsbekwame gedetineerden in hongerstaking en hulp bij zelfdoding door intimi betoog ik in dit pre-advies dat het zelfbeschikkingsrecht inderdaad van fundamentele betekenis is, maar dan naast en niet boven andere grondrechten. Daarnaast zijn er morele uitgangspunten zoals fairness en solidariteit die niet in grondrechten te vertalen zijn. Respect voor de menselijke waardigheid is ook één van die uitgangspunten, maar evenmin als respect voor autonomie de basis van alle individuele grondrechten.
This study presents a moral evaluation of the so-called Active Donor Registration system for post-mortem organ donation. I discus four decision systems on the basis of four moral principles. Until now, organ donation in the Netherlands has mainly been examined from the point of view of the right to self-determination (1) and the idea that organ donation must be a gift (2). Two relevant obligations are also stated in the international literature: organ donation is regarded as a duty to render assistance in a serious emergency (3), or as a contribution to a social benefit which is to everyone’s advantage (4). I conclude that the ADR-system is the only system compatible with all four principles.
Een hoge prijs voor een kind
Euthanasie: Nieuwe knelpunten in een voortgezette discussie
Govert den Hartogh, Inez de Beaufort red. Een hoge prijs voor een kind: morele problemen van nieuwe reproductieve technologieën. Assen: Van Gorcum 2006.
Vroeger had je pech wanneer je geen kinderen kon krijgen, maar tegenwoordig staat mensen met een onvervulde kinderwens een heel scala aan behandelmogelijkheden ter beschikking. Toch krijgt niet iedereen die dat wil zomaar toegang tot IVF, ICSI en aanverwante technieken. Met een beroep op het belang van het toekomstige kind sluiten artsen bepaalde groepen van behandeling uit, waaronder vrouwen boven een bepaalde leeftijd en paren van wie de kinderen het risico lopen op een ernstige genetische aandoening.
Daarnaast is de vraag: wie zal dat betalen? Moeten de kosten van bijvoorbeeld een IVF-procedure standaard door het ziekenfonds worden vergoed? En geldt dat ook nog als de onvruchtbaarheid te maken heeft met de levensstijl van de betrokkenen (roken, overgewicht), of het gevolg is van een eerdere, zelfgekozen sterilisatie?
In Een hoge prijs voor een kind komen verschillende opvattingen over deze kwesties aan de orde, zowel van artsen en andere deskundigen als van de Nederlandse bevolking. Deze opvattingen worden bovendien aan een ethische en juridische analyse onderworpen. Zo biedt deze uitgave een goed overzicht van het actuele debat rond vruchtbaarheidsproblematiek en reproductieve technieken in Nederland.
Hierin: Govert den Hartogh, Inez de Beaufort, Inleiding, pag. 1-9
En: Govert den Hartogh, ‘In het belang van het kind’, pag. 181-187.
Maurice Adams, John Griffiths, Govert den Hartogh red. Euthanasie: Nieuwe knelpunten in een voortgezette discussie. Uitgeverij J.H. Kok, Kampen 2004.
In 2002 is zowel in Nederland als in België een euthanasiewet aangenomen. Is daarmee de euthanasiediscussie voorbij? Verre van dat. Er blijven om te beginnen allerlei twijfels over de toepassing van de wet. Zullen artsen wel in voldoende mate melden? Kan een arts eigenlijk wel beoordelen of een patiënt ‘ondraaglijk’ lijdt? Moet euthanasie worden toegestaan bij ‘klaar met leven’ gevallen? Bij patiënten die in coma zijn geraakt? Daarnaast blijft de vraag open naar de toelaatbaarheid van levensbeëindigend handelen in gevallen die niet door de beide wetten worden ‘gedekt’: demente bejaarden, niet meer aanspreekbare patiënten in het algemeen, zwaar gehandicapte pasgeborenen, en (in België) minderjarigen. In deze bundel worden de knelpunten in de huidige euthanasiediscussie in beide landen grondig geanalyseerd.
Hierin: Govert den Hartogh, Maurice Adams, John Griffiths, Knelpunten in de euthanasiediscussie: een inventarisatie.
En: Govert den Hartogh, Levensbeëindigend handelen bij stervende niet-aanspreekbare patiënten.
Recensies: Tijdschrift voor Gerontologie en Geriatrie 1/2005
Maandblad Geestelijke volksgezondheid 2004 nov.: 9750977 (R. Berghmans)
Gift of Bijdrage? Morele aspecten van orgaandonatie
Mutual Expectations: A Conventionalist Theory of Law
Rathenau-Instituut 2023, 195 pag.
https://www.rathenau.nl/sites/default/files/STU047-Orgaandonatie-2003.pdf
Het tekort aan donororganen blijft de gemoederen bezighouden. Het probleem is ook niet gering: op de wachtlijst voor een donornier bijvoorbeeld staan ruim 1200 mensen. Het tekort daalt ook nauwelijks, ondanks een groot aantal initiatieven, zoals wervingscampagnes voor orgaandonoren, het aanstellen van donatiefunctionarissen en het verbeteren van de organisatie in ziekenhuizen. Ook de discussie over systemen van orgaandonatie blijft daarom oplaaien. Zou de overgang van het huisige toestemmingssysteem naar een geen-bezwaar-systeem meer donoroganen opleveren? En als het meer organen zou opleveren, is zo’n systeem dan ook moreel te rechtvaardigen? Wat te denken van andere juridische systemen, zoals een verplichte-keuzesysteem, of een systeem waarbij geregistreerde donoren hoger op de wachtlijst komen dan mensen die zich niet hebben laten registreren? En waarom is het eigenlijk verboden bij leven een orgaan te verkopen?<br> Op deze en andere vragen probeert Govert den Hartogh, hoogleraar ethiek aan de Universiteit van Amsterdam, een antwoord te geven. Zijn belangrijkste conclusie: orgaandonatie is geen vrijblivende, prijzenswaardige gift, maar zou gezien moeten worden als een plicht om bij te dragen aan een systeem van wederijds verzekerde hulp. Wie zelf een orgaan zou willen ontvangen, heeft de morele plicht het syteem van orgaandonatie mede in stand te houden.
Recensies:
H.A.E. Zwart Krisis 2004: 96-100.
A.R. Mackor Algemeen Nederlands Tijdschrift voor Wijsbegeerte 96 (2004): 294-307, met antwoord G. den Hartogh.
Law and Philosophy Library, Vol. 56, Kluwer, The Hague 2002.
The law persists because people have reasons to comply with its rules. What characterizes those reasons is their interdependence: each of us only has a reason to comply because he or she expects the others to comply for the same reasons. The rules may help us to solve coordination problems, but the interaction patterns regulated by them also include Prisoner’s Dilemma games, Division problems and Assurance problems. In these “games” the rules can only persist if people can be expected to be moved by considerations of fidelity and fairness, not only of prudence.
This book takes a fresh look at the perennial problems of legal philosophy – the source of obligation to obey the law, the nature of authority, the relationship between law and morality, and the nature of legal argument – from the perspective of this conventionalist understanding of social rules. It argues that, since the resilience of such rules depends on cooperative dispositions, conventionalism, properly understood, does not imply positivism.
Weldoen op Contract: Ethiek en Psychiatrie
The Good Life as a Public Good
Frank Kortmann en Govert den Hartogh, Weldoen op Contract, Over Ethiek en Psychiatrie. Van Gorcum, Assen 2000.
Een depressieve patiënt weigert ’s morgens zijn bed uit te komen. Dat lijkt geen verstandige beslissing: een depressie behoort nu eenmaal niety tot de aandoeningen die door bedrust overgaan. Iedere patient heeft weliswaar het recht een ‘behandeling’ te weigeren, maar geldt dat ook als die weigering voortkomt uit een depressie? Als de relatie tussen arts en patëint wordt opgevat als een ciontract tussen rechthebbende partijen, komt dan de zorgtaak van de arts niet in de verdrukking? Frank Kortmann stelt die vraag in zijn Trudy Van Asperenlezing 1998, en een tiental psychiaters en ethici gaat hier nader op in.
Govert Den Hartogh, Slotbeschouwing, pag. 134-155.
Govert den Hartogh ed., The Good Life as a Public Good , Kluwer Dordrecht, 2000.
According to the neutrality thesis, in designing state policies governments should not allow themselves to be informed by any particular conceptions of the good life. The aim of this book is to contribute to the debate about this thesis in two specific ways. Firstly, the limits of acceptable state perfectionism are examined, not on a general level but by reference to some particular concerns of government policy; transgenic animals, future generations, the promotion of the arts, minority cultures, the allocation of scarce health care resources, the integration of mentally handicapped people into the community, and the expression of national identities. Secondly, the book as a whole evaluates the argument that the government has a special task to produce or to maintain intrinsically collective aspects of the good life, because these are to be seen as public goods.
Contains:
Introduction, p. 1-28.
Priorities in Health Care: why the search for principles fails, 107-118.
Kun je een zygote liefhebben?
Locke, Over het Staatsbestuur
Over de waarde van het leven en de grenzen van de morele gemeenschap.
Inaugurele rede, Boom, Amsterdam/Meppel 1993, 40 pag.
Besproken door:
H.J.J. Leenen, Tijdschrift voor Gezondheidsrecht 1994 nr. 4, 255-256.
A.W. Musschenga, De Beschermwaardigheid van het Ongeboren Leven, Filosofie & Praktijk 16 (1995), 125-137.
Hub Zwart, Weg met de Ethiek? Thesis Publ. Amsterdam 1995, 126-130.
Cornelis Verhoeven, Kun je zwemmen in H2O? Streven 62 (1995), 483-492. https://www.dbnl.org/tekst/_str010199501_01/_str010199501_01_0052.php
Repliek: Govert den Hartogh, ZygoteAlsKoosnaam, Streven 62 (1995), 755-759.
Vgl. Govert den Hartogh, Een mens in wording is nog geen mens. Filosofie & Praktijk 16 (1995), 138-144.
Repliek: J.S. Reinders, De bescherming van het ongeboren leven tussen levensbeschouwelijke tradities en publieke moraal, Filosofie & Praktijk 17 (1996), 28-43.
John Locke, Tweede Verhandeling over het Staatsbestuur, vertaling van Frans van Zetten. Boom, Meppel 1988.
John Locke (1632-1704) is de filosoof van de vrijheidsrechten en van de rechtsstaat. Voor hem berust de staat op een overeeenkomst die tot doel heeft de oorspronkeleijek rechten van de mensen op leven, vrijheid en eigendom te waarborgen. Overschrijdt de staat de grenzen van deze opdracht, dan verliest hij zijn gezag en zijn de burgers gerechtigd zich een regering aan te schaffen die beter aan haar doel beantwoordt. Het overheidshandelen dient gelegitimeerd te zijn door algemeen geformuleerde en openbare wetten.
De Second Treatise werd geschreven omstreeks 1680, op het hoogtepunt van de worsteling in Engeland om de politieke macht, maar werd eersten 1689 gepubliceerd, een jaar na de Glorious Revolution die William en Mary op de troon bracht en het Lagerhuis de rechten gaf die het had opgeëist. Lockes denkbeelden hebben ook nadien grote invloed gehad, tijdens de Amerikaanse en Franse revoluties en ook tijde Nederlandse patriottenbeweging. In de discussie over de gehoorzaamheid aan politiek gezag, de legitimiteit van burgerlijke ongehoorzaamheid, de grenzen van de overheidstaak, de rechtvaardigheid van inkomensverdeling behouden de in dit geschrift gefornuleerde gedachten een onverminderde actualiteit.
Hierin: Inleiding en aantekeningen, pag. 7-61, 211-219.
Wederkerige verwachtingen: Konventie, Norm, Verplichting
Dissertatie. Eigen beheer, Amsterdam 1985.
Recensies:
Filosofie en Praktijk 7 (1986), 106-110 (A. van den Beld)
RM Themis (1987), 299-303 (R.A.V. van Haersolte).
Beschouwing: Bruno Verbeek, Conventies en Moraal, in: Peter Rijpkema e.a. red., Als Vuur, Boom Juridische Uitgevers 2009, p. 143-160.
De digitale versie is helaas verloren gegaan. Op Boekwinkeltjes worden (febr. 2024) nog enkele exemplaren te koop aangeboden.